Het gebruik van de mindmap in de klas, in de les, op excursie is een echte verrijking van het onderwijs, voor de docent en voor de leerling. Leerlingen vinden het werken met de mindmap boeiend en apart.
De mindmap geeft het onderwijs een nieuwe en verassende impuls en levert onderwijskundige meerwaarde op. De mindmap werkt zo goed omdat deze methode inspeelt op de manier waarop onze hersenen werken.
De mindmap is voor verschillende onderwijsdoelen te gebruiken. In de eerste plaats kan de leerling de leerstof op de langere termijn beter onthouden. Maar ook kennis verbinden, structuur aanbrengen, hoofd- en bijzaken onderscheiden zijn andere doelen waarin de mindmap een belangrijke rol speelt.
Je kunt de mindmap ook heel praktisch gebruiken om presentaties voor te bereiden, een verslag in te richten of te brainstormen.
En de mindmap kan ook als toetsinstrument gebruikt worden. Aan de hand van een mindmap ziet de docent of de leerling weet welke begrippen relevant zijn, welke verbanden hij heeft herkend en welke kennisrepresentatie hij heeft gemaakt. Iedere docent kan de mindmap gebruiken, voor elk schoolvak en in elke vorm van onderwijs, van basisonderwijs tot en met wetenschappelijk onderwijs.
Onthouden door het maken van Mindmaps: geheugenkaarten
Mindmaps (Geheugenkaarten) zijn schematische samenvattingen waarin je met trefwoorden en symbolen de belangrijkste begrippen / onderwerpen weergeeft en de verbanden er tussen. Elk trefwoord of symbool is een sleutelwoord. Door naar de mindmap te kijken en door het lezen van een sleutelwoord, roep je een bepaald kennisgebiedje op.
Door alleen de geheugenkaart te onthouden, en daarmee dus ook alleen de sleutelwoorden, wordt het heel gemakkelijk om de achterliggende kennis weer op te roepen.
Eerst besteed je aandacht aan het onthouden van de kennis per sleutelwoord, daarna moet je de sleutelwoorden zelf als groep onthouden. Doordat de kaarten die je maakt grillig van vorm zijn en allemaal verschillen, onthoud je ze makkelijk. Dit komt omdat onze hersenen van nature erg goed zijn in het onthouden van patronen.
Je kunt mindmaps ook gebruiken bij het bedenken van de inhoud voor een presentatie, bij het voorbereiden van lessen over ingewikkelde leerstof enz.
Het maken van een geheugenkaart dwingt je om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden.
De plaats van de “takken” in de geheugenkaart is vrij willekeurig. Bij het ontstaan volg je je denkproces. Bij dat denken spring je van A naar E. Als je direct een logische volgorde afdwingt, belemmer je het creatieve proces.
Hier volgen enkele praktische tips bij het maken van mindmaps:
o Gebruik blokletters voor de woorden die je schrijft. Je fotografische geheugen neemt die beter op en het spaart tijd bij het herlezen.
o Begin altijd ergens in het midden. Schrijf hier dat ene woord op, dat het onderwerp vormt voor deze mindmap.
o Elk sleutelwoord krijgt zijn eigen lijntje. De lijntjes zijn aaneenschakelend verbonden. Daardoor ontstaat de fundamentele opbouw van de kaart.
o Het gaat om een creatief proces. Denk niet na over wat sleutelwoorden zijn of hoe een lijntje moet lopen. Laat het als vanzelf ontstaan.
o Gebruik geen software programma om je te helpen. Het basismechanisme van mindmaps is gebaseerd op het principe dat onze hersenen gemakkelijk patronen kunnen herkennen. Mindmaps moeten uniek zijn van vorm. Een computerprogramma doet dat niet voor je.