Wat is Daltononderwijs?
Daltononderwijs staat voor een manier van leven en is op zes basisprincipes gebaseerd. De Amerikaanse onderwijzeres Helen Parkhurst gaf in 1920 les in de stad Dalton aan een groep van veertig kinderen van uiteenlopende leeftijden. Zij wilde al die zeer verschillende kinderen tot hun recht laten komen. Met haar Daltonwerkwijze brak zij met het reguliere klassikale onderwijs: kinderen in een groep kunnen met heel verschillende dingen bezig zijn.
Het Daltononderwijs is gebaseerd op zes pijlers.
Dalton onderwijs is een manier van leven en onderwijzen die is gebaseerd op 6 pijlers
Vrijheid in gebondenheid/verantwoordelijkheid
Vrijheid is volgens Dalton zeker geen “vrijheid – blijheid”, maar meer vrijheid in gebondenheid. Daarin staat de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsbesef centraal. De leerkracht stelt de leerling verantwoordelijk voor het eindproduct en de wijze waarop het eindproduct tot stand is gekomen. Het motiveert leerlingen als ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun werk. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn essentieel bij het zelfstandig werken. Natuurlijk begeleidt de leerkracht de leerling hierbij.
Zelfstandigheid
Kinderen leren zelf te bepalen wanneer iets gemaakt wordt, op welke manier en in welk tempo. Wanneer zij zelfstandig werken en niet meer met de hele klas tegelijk de lessen hoeven te volgen, kunnen alle leerlingen werken op hun eigen niveau. In het Daltononderwijs werken we met het principe van uitgestelde aandacht. Dat betekent dat de leerkracht en leerlingen niet altijd voor elkaar beschikbaar zijn en een leerling in eerste instantie naar andere mogelijkheden moet zoeken om tot een oplossing te komen. De leerlingen leren oplossingsmethodes te zoeken, zelf of samen met een klasgenoot problemen op te lossen en opdrachten uit te voeren.
Samenwerken
Kinderen leren van en met elkaar, niet alleen door de verschillen in hun intellectuele begaafdheden maar ook door de verschillen in leerstijl, sociaal-economische en culturele achtergrond. Door samen te werken leren kinderen dat ze voor bepaalde opdrachten elkaar nodig hebben en dat ieder kind een eigen inbreng heeft waar hij/zij op aangesproken mag worden. De kinderen leren naar elkaar te luisteren, rekening met elkaar te houden en rekening te houden met verschillen. Het samenwerken bevordert een positief pedagogisch klimaat. Zo’n goede sfeer in de klas is een voorwaarde om beter te kunnen leren. Tenslotte is goed kunnen samenwerken heel belangrijk voor later.
Effectiviteit en doelmatigheid
Het onderwijs is gericht op de effectieve inzet van tijd, kracht en middelen. Leerlingen weten aan welke doelen zijn moeten voldoen. Leerlingen krijgen een taak op maat waardoor ze doelmatig en functioneel bezig zijn. Zij weten en kennen de verschillende middelen die zij daarbij kunnen gebruiken en inzetten.
Reflectie
Reflectie op het onderwijs vindt voortdurend plaats. Wanneer een leerling zijn werk kritisch bekijkt, zal hij er meer lering uit halen. De leerlingen bepalen zelf persoonlijke doelen en reflectie draagt in hoge mate bij tot het bereiken van het beoogde doel.
Borging
Het punt borging vindt vooral plaats op schoolniveau: de school werkt planmatig aan de daltonontwikkeling, draagt Daltonidentiteit uit. De school borgt de kernwaarden door middel van zelfevaluatie en visitaties.